C-diploma met Zwemsurvival

Gefeliciteerd met diploma B! Nu stap 3 van de zwemopleiding!

Tijdens de opleiding naar het C-diploma leren de kinderen zich speels te verplaatsen in het water. Ze leren onder andere kopje te duikelen in het water, een hoekduik te maken en een goede startduik te maken. Ook worden de zwemafstanden bij C weer wat langer en moet het kind uiteindelijk een goede borst- en rugcrawl beheersen. Door met lange broek en jas aan te zwemmen leert het kind hoe het zich moet redden in noodsituaties. Daarnaast zal er ook wat aandacht worden besteed aan het leren zwemmen met duikbril, snorkel en zwemvliezen (de zogenaamde 'basisuitrusting'), survival, reddingzwemmen en wak duiken.
Ook deze opleiding duurt gemiddeld 12 tot 14 lessen en zal in groepen zijn van 3 tot 6 kinderen.







Richtlijnen en eisen:

    Verplichte onderdelen:

    Met extra kleding: sokken, hemd, lange broek, t- shirt met lange mouwen, regenjas(jack) en laarzen

  1. Ga met een koprol te water en trek in het water de laarzen uit. Vervolgens ga je 15 tellen met de laarzen onder je oksels drijven (zit lucht in). Aansluitend zwem je 50 meter schoolslag waarbij je 1× onder het vlot door zwemt en 1× over het vlot gaat. Daarna zwem je 50 meter enkelvoudige rugslag

    Met extra kleding, zonder regenjas
  1. Met sprong naar keuze (voorkeur een kopsprong) ga je te water en zwem je aansluitend 8 meter onder water door een hoepel/gat van een verticaal hangend zeil . Aansluitend zwem je 25 meter schoolslag
  2. Met een hurk-/schrede sprong ga je te water en zwem 25 meter schoolslag. Tijdens het zwemmen ga je 1× door een halve hoepel op 1.40 meter diepte en klim je over een drijvend vlot
  3. Ga met een koprol te water en zwem vervolgens 25 meter enkelvoudige rugslag
  4. Met een kopgreep/okselgreep of zeemansgreep vervoer je een vriendje of vriendinnetje 15 meter naar de overkant

    Met extra kleding:
    Niet verplichte onderdelen, maar het kind maakt een keuze uit 2 van de 3 onderdelen
  1. Laat je vanuit een boot kiepen (achterwaartse rol) en zwem naar de kant waar je vervolgens via het vlot (mat) op de kant klimt. Je pakt een werpzak en gooit deze naar een drenkeling en trek hem naar de kant.
  2. Je zakt door het ijs (wak) en klimt er vervolgens weer uit via het wakdoek. Daarna ga je op je buik van het ijs in het water. Je zwemt naar de kant en klimt er uit,
  3. Je springt door een grote band en zwemt onder water naar het wak toe. Je klimt via het wak op het ijs en je gaat op je buik naar de kant toe en je klimt op de kant

    Verplichte onderdelen:
    Met zwemkleding (alle extra kleding kan nu uit):
  1. Met een rechtstandige sprong ga je te water en aansluitend zwem je 25 meter schoolslag. Halverwege maak je een hoekduik naar de bodem (min. diepte 1.40 meter) waarbij je 1 ring opduikt. Aan het einde van de baan maak je in het water een koprol voorover
  2. Daarna zwem je 25 meter enkelvoudige rugslag
  3. Vanuit het water afzetten van de kant en 15 meter borstcrawl zwemmen met zijwaartse ademhaling
  4. Vanuit het water afzetten van de kant en 15 meter rugcrawl zwemmen
  5. Sluit af met een minuut watertrappen, waarbij men de laatste 30 sec. de benen stil heeft hangen en met alleen een armbeweging (vorm van wrikken) het hoofd boven moet houden